Vogels tellen en lokken tijdens de Nationale Tuinvogeltelling

Vogels tellen en lokken tijdens de Nationale Tuinvogeltelling

Het laatste weekend van januari is het weer tijd voor de Nationale Tuinvogeltelling. Daar doen steeds meer mensen aan mee. Vorig jaar waren er in Nederland maar liefst meer dan 170.000 vogelspotters en eindigden de huismus, koolmees en merel op respectievelijk de eerste, tweede en derde plek van meest getelde fladderaar. Wil je ook meedoen en/of meer vogels naar je tuin lokken? Ons tuincentrum in Smilde vertelt je er graag meer over.

Nationale Tuinvogeltelling 2023

De Vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek organiseren elk jaar de Nationale Tuinvogeltelling. Deze actie geeft een goede indicatie over hoe het gaat met bepaalde vogelsoorten. Het is dus niet alleen leuk, maar ook nuttig om mee te doen. Dit jaar trek je van vrijdag 27 tot en met zondag 29 januari een halfuurtje uit om de vogels in je tuin of op je balkon te tellen.

Vogels spotten - Nationale Tuinvogeltelling

Hoe werkt de vogeltelling?

  • Kies een halfuurtje op vrijdag, zaterdag óf zondag en tel daarbij alle vogels die in jouw tuin of balkon landen.
  • Vogels die overvliegen tellen niet mee.
  • Geef alleen het hoogste aantal vogels dat je in die 30 minuten van eenzelfde soort tegelijk ziet.
  • Het is niet de bedoeling dat je de vogels bij elkaar optelt, want dan is de kans groot dat je dezelfde vogel twee keer telt.

Meld je aan en geef de uitslag door via de site of app mijntuinvogeltelling.nl

Vogelteltips

  • Vind je het moeilijk om een 'kluwen' vogels uit elkaar te houden? Maak er met je smartphone een foto van, zodat je de afbeelding later kunt vergroten en eens goed kunt bestuderen.
  • Weet je niet welke vogel het is? Kijk dan in de handige Vogelgids van de Vogelbescherming.
  • Vogels zijn het meest actief (en komen dan op eventueel voer in je tuin of op je balkon af) in de ochtenduren en rond 16.00 uur, voordat het begint te schemeren. 

Geef vogels een warm welkom!

Vooral in de sombere wintermaanden geniet jeextra van al die verschillende tuinvogels die af- en aanvliegen en gekke capriolen uithalen om bij het vogelvoer te komen. Geniet tevens van het 'uitvogelen' van wie er nu het hoogst in de pikorde staat. Verjaagt de halsbandparkiet de kauw of is het nu juist andersom? Durft de koolmees of het pimpelmeesje zich tussen al die huismussen te wagen? 

Naast het plezier dat je aan vogels beleeft, zijn ze ook nog eens heel nuttige tuingasten. Waarom? Ze eten heel veel insecten en andere beestjes waar je als tuinliefhebber niet bepaald blij mee bent. Wat te denken van slakken, bladluizen, pissebedden, muggen en de rupsen van de buxusmot?

Tuinvogeltips

Een vogelvriendelijke tuin in 5 stappen

  1. Hoe meer verschillende planten, hoe beter

Zorg voor een combinatie van voorjaarsbollen, eenjarigen, vaste planten, klimplanten, struiken, hagen en (kleine) bomen. Daarin vinden vogels voeding, bescherming en nestgelegenheid. Op je balkon plant je klimplanten tegen de muren of laat je potten, bakken en hangmanden over de balkonreling groeien. Vul bloembakken met bloembollen, eenjarigen, vaste planten, kruiden en kleine struiken of fruitboompjes. Hier komen allerlei insecten op af, waar vogels wel pap van lusten.

  1. Plant bessenstruiken, bottelrozen en klimplanten

Vogels mijn dol op bessenstruiken, bottelrozen en klimplanten. Hiermee bied je onze gevederde vrienden voedsel, beschutting en nestplekken. Denk aan doornige types, zoals de lijsterbes, meidoorn, vuurdoorn, sleedoorn, zuurbes (Berberis), en aan bottelrozen, zoals de egelantier. De Gelderse roos en vlier zijn ook echte vogellokkers (en mooi bovendien!). Veel vogels broeden in klimplanten als klimop, klimhortensia en hop. Daar is vast wel ergens een plekje voor, tegen de schutting, huis-, balkon- of garagemuur.

  1. Hang nestkasten op

Handige tuiniers maken zelf een vogelhuisje, maar gelukkig heb je in ons tuincentrum in Smilde keuze uit verschillende soorten nestkasten voor diverse soorten vogels. Hang de nestkast op een beschutte plek, minstens 1,5 meter hoog en met de opening op het (noord)oosten. Vooral januari en februari zijn goede maanden om vogels onderdak te bieden, voordat ze gaan broeden.

  1. Zorg voor water in de tuin

Heb je geen vijver in de tuin? Zet dan een verhoogde vogelschaal of ondiepe bak op de tuin- of balkontafel of het terras neer waaruit de vogels kunnen drinken en waarin ze een fris bad kunnen nemen. Zeker in de tropisch warme zomers die we sinds kort hebben is water onmisbaar voor vogels (en heel veel andere dieren). Maar ook in de winter willen ze graag een slokje water.

  1. Voer de vogels bij in de koude wintermaanden

Hang vetbollen, pindaslingers of een voedersilo op of plaats een voederschaal op een verhoging of een voederhuisje op standaard. Speciale vogelpindakaas, al dan niet met meelwormen of bessen erin, valt ook zeer in de smaak. De vogels moeten namelijk flink eten om voldoende energie op te doen om warm te kunnen blijven. Maak de tuin ook vooral niet geheel winterklaar. Laat bladeren tussen de planten liggen en snoei afgestorven plantendelen pas in het voorjaar terug. Dat biedt de vogels nog een mogelijkheid om smakelijke insecten en zaden te vinden.

Kom langs in ons tuincentrum in Smilde voor allerlei vogelvoer, drinkwaterschalen en waterornamenten, nestkastjes en heel veel vogelvriendelijke (klim)planten, struiken en kleine bomen. Veel plezier tijdens de Nationale Tuinvogeltelling, hopelijk tel je veel tuinvogels. Vergeet je score niet door te geven op vogelbescherming.nl/tuinvogeltelling?